Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Aan X (belanghebbende) zijn wegens betrokkenheid bij een Stiftung over de jaren 1997 tot en met 2007 navorderingsaanslagen IB/PVV en voor de jaren 1998 tot en met 2000 navorderingsaanslagen vermogensbelasting opgelegd. Daarbij is steeds bij beschikking een boete opgelegd en heffingsrente in rekening gebracht.

X bestrijdt bij Rechtbank Noord-Holland niet (langer) dat hij fiscaal als inwoner van a-land moet worden beschouwd tot medio 2002. De Rechtbank komt tot het oordeel dat X ook voor de periode vanaf medio 2002 tot en met eind 2006 terecht als inwoner van a-land is aangemerkt en dat X gerechtigd was tot een rekening die is aangehouden op naam van de Stiftung bij een bank in b-land.

De navorderingsaanslagen blijven met omkering en verzwaring van de bewijslast in stand.

Er is inmiddels erg veel tijd verstreken sinds de oplegging van de navorderingsaanslagen en de boetes en X verkeert daarover al langere tijd in onzekerheid. Anders dan X betoogt, is er volgens de Rechtbank echter geen aanleiding om de Inspecteur op dit punt een verwijt te maken en te oordelen dat de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn geschonden.

Vanwege de extreem lange duur van de procedure (veertien jaar) worden de vergrijpboetes wel vernietigd.

Voorts heeft X wegens undue delay recht op een immateriële schadevergoeding van € 9.000.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
1997-2007
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
21 december 2023
Rolnummer
22/1897; 22/1898; 22/1899; 22/1900; 22/1901; 22/1902; 22/1903; 22/1904; 22/1905; 22/1906; 22/1907; 22/1908; 22/1909; 22/1910
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2023:13975
Auteur(s)
mr. I. de Roos
Halprin Law
NLF-nummer
NLF 2024/0616
Aflevering
12 maart 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6285

Naar de bovenkant van de pagina