Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Bij deze conclusie hoort een gemeenschappelijke bijlage (ECLI:NL:PHR:2018:1511, NLF 2019/0712) die ook hoort bij de zaak met nummer 17/04516 (ECLI:NL:PHR:2018:1413, NLF 2019/0713), waarin A-G Wattel eveneens concludeert.

X (belanghebbende) en haar dochter stonden vanaf 20 maart 2013 in de basisadministratie persoonsgegevens ingeschreven op een briefadres en niet op een woonadres. X stelt dat zij vanwege huiselijk geweld en stalking door haar ex-partner genoodzaakt was haar woonadres geheim te houden en om die reden met haar dochter stond ingeschreven op een briefadres. Feitelijk verbleef zij met haar dochter op een camping. Vast staat dat het kind ook niet staat ingeschreven op het woonadres van de ex-partner.

In geschil is of X in 2013 recht heeft op alleenstaande-ouderkorting.

Hof Den Bosch leidt uit de parlementaire geschiedenis af dat de wetgever wilde voorkomen dat beide ouders aanspraak maken op de alleenstaande-ouderkorting. In casu staat vast dat X en haar kind om veiligheidsredenen niet stonden ingeschreven op een woonadres, maar alleen op een postadres. Het kind stond evenmin ingeschreven op het adres van de (ex-)partner, zodat toekenning aan beide ouders zich niet kan voordoen. Naar het oordeel van het Hof strekt de term ‘woonadres’ in artikel 8.15 Wet IB 2001 niet zo ver dat deze ook geldt voor gevallen waarin de Wet GBA en de Wet BRP uitdrukkelijk voorzien in inschrijving op een briefadres om veiligheidsredenen. X heeft recht op de alleenstaande-ouderkorting, concludeerde het Hof.

In cassatie stelt de staatssecretaris dat volgens vaste jurisprudentie de tekst van artikel 8.15 Wet IB 2001 noch de wetsgeschiedenis ervan ruimte biedt om voor de toekenning van de alleenstaande-ouderkorting aan te sluiten bij het feitelijke woonadres van het kind in plaats van bij de wettelijke inschrijvingsvoorwaarde.

Volgens A-G Wattel is het cassatieberoep ongegrond. De door de fiscale wetgever niet voorziene situatie van X komt volgens de A-G in aanmerking voor de korting.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2013
Instantie
A-G
Datum instantie
20 december 2018
Rolnummer
18/01717
ECLI
ECLI:NL:PHR:2018:1414
NLF-nummer
NLF 2019/0714
Aflevering
28 maart 2019
bwbr0011353&artikel=8.15,bwbr0011353&artikel=8.15

Naar de bovenkant van de pagina