Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) woont sinds 2009 in Oostenrijk. Hij is sinds 1995 als raadgevend ingenieur werkzaam op het gebied van nucleaire veiligheid. Meer specifiek heeft hij expertise op het gebied van de weerstand van kerncentrales tegen ongevallen. X heeft ten aanzien van de raadgevende activiteiten om veiligheidsredenen in Nederland een onderneming ingeschreven bij het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.

X bezit in Nederland een woning en is daarnaast eigenaar van 4.97.85 hectare grond in de omgeving van de woning. Hiervan is circa 3 hectare bosgrond en circa 2 hectare landbouwgrond. X laat de landbouwgrond bewerken door een loonbedrijf en ontvangt daar € 2.000 per jaar voor en in 2018 € 1.600. X stelt in deze procedure dat hij in de jaren 2014, 2015 en 2016 een in Nederland gevestigde onderneming drijft, die bestaat uit een raadgevende en een agrarische tak.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant volgt de stelling van X niet dat de raadgevende en de agrarische activiteiten tezamen moeten worden beschouwd. De Rechtbank oordeelt dat objectief bezien geen voordeel kan worden verwacht van de raadgevende activiteiten en dat daarom geen sprake is van een bron van inkomen. De verhuur van de landbouwgrond is normaal vermogensbeheer. De landbouwgronden en de woning behoren tot het box 3-vermogen. De box 3-heffing blijft in stand. Ten aanzien van het beroep op schending van artikel 1 EP is voor ingrijpen door de rechter slechts plaats indien X in de onderhavige jaren met een individuele en buitensporige last wordt geconfronteerd. Hierop heeft X echter geen beroep gedaan. De box 3-heffing is voorts niet in strijd met het Verdrag Nederland-Oostenrijk.

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2014-2016
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
4 januari 2023
Rolnummer
20/5900; 20/5901; 20/5902
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:1
NLF-nummer
NLF 2023/0242
Aflevering
26 januari 2023

Naar de bovenkant van de pagina