Direct naar content gaan

Samenvatting

De X Groep (belanghebbende) werd eind 2010 opgericht om de C Groep over te nemen. Het eerste boekjaar van de X Groep liep van 29 november 2010 tot en met 31 januari 2011. In het kader van deze overname is op 7 december 2009 aan enkele werknemers van de C Groep een bonus toegekend, onder een aantal opschortende voorwaarden. Op 31 januari 2011 werden de aandelen van de C Groep overgedragen aan de X Groep.

De overname was onder andere gefinancierd met converteerbare leningen. Daarnaast verstrekte de X Groep een rentedragende lening aan een in Duitsland gevestigde 100%-deelneming. In geschil zijn de volgende zaken:

  1. de renteaftrek ter zake van de overnameschuld;
  2. de belastbaarheid van de rente op de Duitse lening; en
  3. de aftrek van de werknemersbonussen.

Ad 1. Hof Amsterdam oordeelt dat de over de converteerbare lening verschuldigde rentelast met toepassing van fraus legis voor de X Groep niet aftrekbaar is.

Ad 2. X Groep heeft een beroep gedaan op de per-elementbenadering. Indien een fiscale eenheid mogelijk was geweest met de Duitse deelneming zou de rentebate niet worden belast omdat de vordering/schuldverhouding niet zichtbaar is binnen een fiscale eenheid. Het Hof wijst het beroep van de X Groep op de per-elementbenadering echter af.

Ad 3. De werknemersbonussen zijn niet aftrekbaar over het boekjaar 2010-2011. Deze bonussen zijn pas juridisch afdwingbaar vanaf de levering van de aandelen op 31 januari 2011. De uitspraak van Rechtbank Noord-Holland van 1 december 2017 (NLF 2018/0303, met noot van Van Horzen) wordt grotendeels bevestigd.

Een procedure met een drietal elementen. Ik beperk mij tot de renteaftrek ter zake van de overnameschuld. Daar zien we een aaneenschakeling van argumenten en gebruikmaking van wettelijke bepalingen om de aftrek van rente maar te kunnen weigeren in een situatie waarin een investeringsfonds met vier Franse Fonds Commun de Placement a Risques (FCPR’s), via een Nederlandse fiscale eenheid, de aandelen in een Nederlandse lingerieketen overneemt. De moedermaatschappij van de Nederlandse fiscale eenheid wordt ten behoeve van de acquisitie gefinancierd met onder andere door haar uitgegeven convertible instruments aan de FCPR’s. De Inspecteur haalt werkelijk alles uit de kast. Hierna ga ik kort op een aantal van die argumenten in, maar ik richt mij met name op fraus legis, de enige stelling die uiteindelijk voor het Hof stand houdt.

Kwalificatie lening

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2010-2011
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
18 april 2019
Rolnummer
18/00018 en 18/00019
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2019:1504
Auteur(s)
dr. C.L. van Lindonk
Deloitte
NLF-nummer
NLF 2019/1226
Aflevering
30 mei 2019
Judoregnummer
JCDI:NFB2499
bwbr0002672&artikel=10a,bwbr0002672&artikel=10a,bwbr0002672&artikel=10a&lid=1,bwbr0002672&artikel=10a&lid=1,bwbr0002672&artikel=10a&lid=3,bwbr0002672&artikel=10a&lid=3,bwbr0002672&artikel=8,bwbr0002672&artikel=8,bwbr0002672&artikel=8b&lid=1,bwbr0002672&artikel=8b&lid=1,bwbr0002672&artikel=15&lid=16

Naar de bovenkant van de pagina